Het is ’s ochtends gelukkig weer droog. Niels besluit het een dagje rustig aan te doen en blijft thuis. Martijn en ik lopen de heuvel af op zoek naar een bushalte naar Arashiyama een buitenwijk in het westen van Kyoto. Bij de grote weg lopen we naar de bushalte maar zien alleen bussen naar het centrum gaan. Aan de overkant is een busterminal die zo te zien het eindstation is. Dan maar met de tram maar nu we toch in de buurt zijn gaan we eerst naar de Ryoanji tempel beroemd om zijn zijn tuin, een bak aangeharkt grind met 15 rotsen, die je nooit in een blik kunt zien. De rest van de tuin met een grote vijver vinden we eigenlijk veel mooier.
Met een mooi oud trammetje komen we aan in Arashiyama. We gaan eerst naar de Tenryuji tempel. We lopen langs een mooie lotusvijver waar veel libellen rondvliegen. Het lukt om er een zittend op een lotusknop te fotograferen. De tempel heeft ook een prachtige vijver met rotsen en Japanse dennenbomen, maar is vooral bekend om zijn bamboebos. We besluiten eerst daarnaar toe te gaan en verwachten later nog meer van de vijver te kunnen genieten, maar het bamboebos ligt buiten het betaalde tempelgebied en er staat op een bord aangegeven dat je niet weer naar binnen mag.
We lopen over het pad in het bos met een heleboel andere mensen en gaan op weg naar de verst gelegen tempel. In een vijver ziet Martijn opeens hele grote kikkervisjes zwemmen. We vragen ons af wat voor reuzekikkers dat zullen worden. Op weg naar de tempel lopen we door smalle straatjes met oude Japanse huizen. Het is hier erg rustig geworden. Ook bij de Nenbutsu ji tempel is het erg rustig. Ik had wat meer verwacht van de tempel. Er zijn na onderzoek achteraf twee Nenbutsu ji tempels, we hadden nog verder moeten lopen naar de Otagi Nenbutsu. Iets voor de volgende keer dan maar.
Op de terugweg gaan we binnen bij een souvenirwinkeltje waar ze leuke poppetjes en beesten van zijderups-coconnetjes maken. De eigenaar had ons op de heenweg al aangesproken en is blij verrast ons weer te zien. Hij vertelt dat zijn 80 jarige oude vader alle poppetjes met de hand maakt. Zelf kan hij het niet zegt hij. Wordt misschien toch tijd dat hij het gaat leren dan. We krijgen een heerlijk koel kopje groene thee en zoeken natuurlijk wat leuks uit. Het wordt prachtig ingepakt door zijn vrouw en als we weggaan worden we door beiden hartelijk uitgezwaaid. Ze willen ook wel op de foto met de lange Martijn. Als we beneden bij de weg zijn roept de eigenaar nog eens ‘tot ziens’, wat we hem net in de winkel geleerd hebben. Een leuke ervaring.
Terug in huis bellen we via Whatsapp met Johnny die al in de trein zit onderweg naar het vliegveld. Vanaf Tokyo gaat hij met een lokale vlucht naar Kansai, het vliegveld van Osaka en dan met de trein naar Kyoto waar we hem op gaan halen. Dit was goedkoper en iets sneller dan met de Shinkansen, de hogesnelheidstrein van Tokyo naar Kyoto. Nu maar hopen dat hij de aansluiting in Tokyo haalt. Zo niet dan moet hij een paar uur op het volgende vliegtuig wachten.
We lopen ’s ochtends met zijn drieën de berg af naar de bushalte. In de bus kopen we een dagkaart voor 500 yen. We gaan eerst naar het Nijo kasteel, wat eigenlijk vooral een paleis binnen de oude kasteelmuren is. Een echt kasteel ontbreekt maar de toegangspoort is erg mooi. In het paleis mogen geen foto’s gemaakt worden. Niet zo’n ramp want eigenlijk lijken alle Japanse kamers op elkaar. We hebben nog even kort contact met Johnny, die inmiddels geland is in Tokyo. Het wordt een race tegen de klok of hij z’n binnenlandse vlucht haalt.
Intussen gaan we voor de lunch naar de Nishiki markt. Hier vindt je allerlei Japanse specialiteiten, waarvan we bij de meeste geen idee hebben wat het is. Er zijn erg veel stalletjes met ingemaakte zuren die ze ook voor sushi gebruiken. In de winkel verkopen ze driehoekjes sushirijst met daarin verstopt het zure goedje. Wij vonden het niet zo lekker. De lokale lekkernij schijnt inktvis te zijn met daarin een klein eitje verstopt. Dat laten we maar aan ons voorbij gaan. We komen ook een stalletje tegen waar volgens het reclamebord al vele beroemdheden geproefd hebben van de Japanse ragoutburger. Het is een iets zoetere, platte versie van onze kroket. Deze vonden we wel erg lekker.
We nemen weer de bus. Ditmaal naar de Kyomizu-dera tempel. Hoewel, de halte blijkt zich onder aan onder aan de berg zodat we in de hitte, want het is erg zonnig en heet vandaag, naar boven moeten lopen. Dan kun je een paraplu ook goed gebruiken. Bij elke tempel hoor je je handen bij een bak met stromend water af te spoelen en ook je mond met water te reinigen. Dat is als het warm is ook nog eens erg verfrissend. Hier bij de helder water tempel is er een waterval gemaakt, waar je je bakje onder kan houden om water op te vangen, maar er staat een gigantische rij. Druk bij de tempel dus.
In de schaduw zetten we de wifi-to-go weer eens aan en zien dat Johnny zijn vlucht net heeft gehaald en ondertussen al geland is op Kansai airport en nu waarschijnlijk in de trein zit. Tijd om de bus te pakken. Als we op het station bij de taxihalte zijn ga ik nog even naar beneden. Onder het station bij de ondergrondse, is een heel winkelcentrum gebouwd. Ik koop nog even een fles drinkwater. Het water in Kyoto en op veel andere plaatsen smaakt naar chloor, wat niet echt lekker is. Op andere plaatsen, vooral in de bergen, is het leidingwater vaak wel goed drinkbaar.
Teruggekomen staat Johnny al bij de jongens. We zijn blij dat hij nu ook in Japan is. Hij is nog redelijk fit en in plaats van met de taxi wat we van plan waren, gaan we met de bus. Johnny heeft alleen een dag -rugzakje bij zich, zijn kleren hadden wij al meegenomen. Om vijf uur zijn we terug in huis en na wat gegeten te hebben, heeft Johnny het wel gehad en gaat plat voor zijn eerste nacht op een Japanse futon.
We zijn allemaal vroeg gaan slapen en gaan ’s ochtends alweer vroeg op pad. Vandaag eindelijk naar de Gouden tempel, waar we al zo vaak langs gelopen hebben. Om half negen staan we bij de poort. Maar we moeten wachten tot negen uur voor de poort opengaat. We zijn niet de enigen, de eerste bus met een grote groep komt niet lang na ons. Vlak voor negen uur gaat de deur open en kijkt een monnik even hoe druk het is, we mogen pas precies om negen uur naar binnen. Twee monniken luiden de bel in de beltoren. Snel een kaartje kopen en dan zijn we de eersten die vandaag de tempel bezoeken. De tempel en de vijver zijn nog mooier dan verwacht. Samen met de blauwe lucht en witte wolkjes is het een prachtig plaatje.
Met de taxi gaan we naar Kuruma, een dorpje in de bergen, waar het wat koeler is dan in de stad. De eerste dag in Japan willen we het een beetje rustig aan doen en er schijnt een mooi wandelpad naar Kibune te zijn, compleet met een aantal geocaches, wat Johnny weer leuk vindt. Het pad begint bij de tempel waar je met de kabelbaan naar het hoofdgebouw van de tempel zou kunnen, maar de kabelbaan is in onderhoud en we mogen klimmen. Maar ook daarna is het nog een behoorlijk stuk omhoog klimmen voor we weer de berg af mogen naar Kibune. Toch wat zwaarder dan verwacht, maar wel erg mooi.
In Kibune hebben restaurants boven de rivier platvormen gebouwd, zodat je heerlijk koel kunt eten. Op een aantal plaatsen zijn ze nog druk aan het bouwen aan de vlonders. Ik wil graag bij Hirobun eten. Een restaurant waar je noodles kunt vissen die door bamboegootjes met water worden verstuurd. Als je met stokjes je noodles gevangen hebt kun je ze in saus dippen en eten. Na een paar keer vragen hebben we het restaurant gevonden maar door de tyfoon zijn ze voor een week gesloten. Het water stroomt nog te hard. Misschien ook dat door de grote hoeveelheid water een deel van de vlonders weer op nieuw worden gebouwd. Het andere deel van het restaurant is vol. Het is vandaag Marinedag in Japan en veel mensen zijn vrij. Het is dan ook erg druk in het dorpje. We lopen naar het station en nemen de trein naar Demachiyanagi in Kyoto. Na een hamburger en frietjes bij een Japanse fastfoodketen gegeten hebben gaan we verder naar de Fushimi Inari shrine.
Inari betekent vos in het Japan en, omdat je in het zakenleven het waarschijnlijk goed doet als je zo slim als een vos bent, hebben veel bedrijven een tori (rode toegangspoort) aan de shrine geschonken zodat er nu een anderhalf kilometer lange rij van tori’s de berg op gaat. Hier heeft Johnny ook een cache die een stukje van het pad verstopt ligt. Wij lopen nog even door, de jongens hebben het wel gehad met klimmen en gaan er bij zitten. Ik loop wat door, verder op de berg wordt het steeds rustiger. De meeste mensen lopen maar een klein stukje. Als ik terugkom bij de jongens is Johnny er nog steeds niet. Na even uitrusten lopen we terug beneden. Ook daar geen Johnny te bekennen. Uiteindelijk komt hij er toch aan. Hij was al helemaal beneden geweest en weer op zoek naar ons gegaan. Moe na toch weer een lange dag nemen we de taxi naar huis. We laten de chauffeur op de tablet zien waar we naar toe moeten. Nadat hij met een noodvaart door Kyoto is gescheurd, komen we bij de Gouden tempel. Het laatste stuk kunnen wij de weg wijzen waar hij precies moet zijn. Helemaal verbaasd rijdt hij de laatste steile helling op. Hij moet er erg om lachen dat we hier helemaal naar toe moeten.
Het plan was om te gaan eten bij een sushirestaurant, maar daarvoor moeten we weer de berg af en vooral daarna weer op en daar hebben we echt geen puf meer voor. We bakken pannenkoeken en pakken de tassen weer in, want morgen gaan we weer met de camper op stap.
Comments powered by CComment